Dinsdagavond 16 mei was het dan zover, een loopje van 5 en 10 km. Dit in het kader van de opleiding tot looptrainer 3 door Yvonne en Willy, waar zij een jaarplan moesten opstellen tot aan een loopje. Daar zij in juni nog een cursus schema's maken gaan volgen (dat zat niet in deze cursus) hebben we met zijn drieen de schema's gemaakt tot aan het loopje, waarin ook de duurloopjes van de zaterdagen in mee genomen waren.

De 10 km lopers (Steven, Welmoed, Anneke en Sabine) gingen na een gedegen WU olv Willy van start om 19.30 uur, om eerst een rondje ijsbaan te lopen gevolgd door rondje Sikke'om. Yvonne verzorgde de WU, nadat de 10 km lopers uit het zicht waren verdwenen, voor de 5 km lopers (Nynke, Berber, Annie, Houkje en Janny) en hierna klonk ook voor hun het startschot en liep men direct naar rondje Sikke'om.

Onderweg kwam de bezemwagen bij een iedere loper langs om te vragen hoe of het ging, een ieder liep lekker op haar eigen tempo, en kwam daarna op de foto.

Steven had Houkje en Janny al op het betonpad van Sikke'om ingehaald en zag Annie, Berber en Nynke voor zich lopen, maar bij het Groencentrum sloegen zij af richting dorp, terwijl Steven doorliep naar het bos.

Dinsdagavond 25 april gingen we vol goede moed met de lopersgroep naar het terrein bij het zwembad. Daar had Janny een prachtig koningsspel uitgezet. Er waren zes spellen. Bij ieder spel kon je een letter 'winnen', wat uiteindelijk na al de spellen een woord moest vormen wat te maken had met het koningshuis. Bij ieder spel werd je zoveel mogelijk bij een ander ingedeeld.

Het eerste spel (Koningsdans) was op muziek in hoepels springen die op de grond lagen. Een gezellig spel en de sfeer zat er dan ook meteen goed in. 

Bij het tweede spel (Koninginnenhoed) moesten we dobbelen. Er lagen zes hoedjes achterelkaar op rij. Dan ging de eerste van het groepje dobbelen bv een vier. Dan liep je naar hoedje vier en draaide deze om. Dan werd er door een ander gedobbeld, gooide deze ook een vier dan moest het hoedje weer omgezet (balen dus). De bedoeling was dat alle hoedjes omgedraaid werden binnen een bepaalde tijd.

Bij spel drie (Koningswoord) lagen er een stuk of tien ronde halve doppen op een afstand van ongeveer 20 meter. Onder ieder dop lagen meerdere letters. Om beurten gingen we weer van start per groep, sprinten naar de dop om er een letter onder vandaan te halen. Hier had je een x aantal minuten voor en als de tijd voorbij was moest je er een woord van vormen wat te maken had met het koningshuis. Dit viel niet mee, zeker niet met weinig klinkers!

Spel vier (Kroning) was hilarisch, wat hebben we gelachen. Met drie personen gaf je elkaar de hand. De eerste kreeg de hoepel om de linkerhand en moest deze via haar eigen hoofd via het lichaam laten vallen eruit stappen en zo weer doorgeven naar de tweede persoon, enz. Je moest elkaars hand vast blijven houden, en zo proberen zoveel mogelijk hoepels naar het einde te brengen, waar een pylon stond om de hoepels over heen te gooien.